Veel gestelde vragen
Is montessorionderwijs geschikt voor elk kind?
Ja, elk kind kan montessorionderwijs volgen. Tenzij er sprake dient te zijn van extra zorg waardoor passend onderwijs is het speciale basisonderwijs aan de orde is. Er bestaan ook geen 'montessorikinderen'. Er zijn namelijk kinderen en montessorischolen. Soms denken ouders dat in hun gezin het ene kind wél en een ander kind juist niet geschikt is voor montessorionderwijs. Meestal stellen we dan de vraag: 'Zou je willen dat je kind, zelf zou leren plannen, kiezen, beslissen, discussiëren, presenteren en makkelijk vriendschappen leert maken en onderhouden? Met andere woorden: ieder kind kan dit leren.
Het is wel van belang dat de ouders zich kunnen vinden in onze principes. Je moet als ouder ook achter het idee staan dat kinderen binnen veilige grenzen mogen ontdekken en experimenteren, dat die zaken soms tijd kosten die je soms even niet hebt. Ons onderwijs biedt ieder kind goede ontplooiingsmogelijkheden. We halen uit het kind 'wat erin zit'. Stille of teruggetrokken kinderen leren in de groep voor zichzelf opkomen. Drukke en dynamische kinderen leren omgaan met hun energie. Het onderwijs en het leermateriaal bieden structuur, zodat kinderen leren omgaan met orde en regelmaat: we horen vaak van bezoekers 'Wat is het hier rustig..' We weten dat dit komt doordat we zelf op onze scholen deze situatie creëren. Kinderen ondervinden hierdoor regelmaat en rust en bouwen gemakkelijk zelfvertrouwen op.
Wat is het verschil tussen klassikaal en montessorionderwijs?
Het klassikale onderwijs kiest voor kennisoverdracht aan de hele groep ineens. Het leerstof/jaarklassensysteem gaat ervan uit dat kinderen starten en eindigen op hetzelfde niveau. Het montessorionderwijs gaat uit van het individuele kind. Elk kind krijgt individuele begeleiding, die aansluit bij het eigen tempo, leer- en intelligentieniveau. Er is ook een verschil in de sociaal-emotionele benadering: daar waar het klassikale onderwijs spreekt over een 'groep met individuele kinderen' ben je als in het montessorionderwijs een 'individueel kind in een groep'. Dit is een volstrekt andere benadering.
Verschillende scholen met een leerstofjaarklassensysteem hebben in het eerste decennium geconcludeerd dat het 'klassikale onderwijs failliet is'. Bij dit systeem worden de leerlingen gegroepeerd op basis van hun leeftijd en worden zij op een uniforme manier benaderd. De leerstof is het startpunt van het leerstofjaarklassensysteem. Er is een totaalaanbod beschikbaar van leerstof die de leerlingen jaarlijks zouden moeten kunnen leren. Het basisuitgangspunt van het leerstofjaarklassensysteem is dat aan kinderen van dezelfde leeftijd dezelfde prestatie-eisen kunnen worden gesteld.
Er zijn twee kernproblemen met het leerstofjaarklassensysteem: de leerstof is uitgangspunt van het systeem, terwijl dat het kind zou moeten zijn. Daarnaast zijn er te grote niveauverschillen tussen kinderen die in een horizontale groep, met dus één leeftijd, moeilijk werkbaar is.
Voor montessorionderwijs geldt dat ieder kind op eigen niveau en tempo kan werken. Er is voor ieder kind een eigen leerplan. We spreken binnen MOZON daarom van 'persoonlijk onderwijs'. Vanzelfsprekend moeten de kinderen aan het einde van hun basisschooltijd voldoende kennis en vaardigheden hebben opgedaan. Het liefst 'een beetje meer'!
Hoe eigentijds is montessorionderwijs?
Montessorionderwijs is voortdurend in ontwikkeling. Het sluit aan op de moderne samenleving en de wereld van het opgroeiende kind. De essentie is hetzelfde gebleven als in de tijd van Maria Montessori: individueel onderwijs in een groep waarbij kinderen zelfstandig leren zijn. Het blijkt van alle tijden dat de aandacht voor normen en waarden voor ouders heel erg belangrijk is. De afgelopen jaren heeft het montessorionderwijs veel hedendaagse interessante leerstofonderdelen ingepast, het montessorimateriaal oefent echter nog altijd een grote aantrekkingskracht uit op kinderen van alle leeftijden
Begint het montessorionderwijs al vanaf 3 jaar?
De scholen van MOZON maken deel uit van een Montessoricentrum waar ook dagopvang voor peuters gevestigd is. Peuters kunnen in het Montessoricentrum al vanaf 2,5 jaar werken met het montessorimateriaal dat Maria Montessori speciaal voor deze leeftijd heeft ontwikkeld. Peuters vanaf 3 jaar die eraan toe zijn, kunnen dagdelen meedoen aan de onderbouwgroep van de school. Dit gebeurt in overleg met de ouders.
Hoe is de aansluiting op het voortgezet onderwijs?
Kinderen die onze scholen bezoeken doen het meestal goed in het voortgezet onderwijs. Dit weten we omdat we ieder jaar een overzicht krijgen van onze collega's. Er is geen verschil in niveau of prestaties in vergelijking met andere basisscholen. Het vervolgonderwijs sluit aan op de leerstof die de kinderen hebben verwerkt. Kinderen van montessorischolen vallen vaak op door hun positieve werkhouding, hun mondigheid en zelfstandigheid. Soms moeten ze wel wennen aan de nieuwe school, omdat ze niet altijd kunnen overleggen, op hun plaats moeten blijven, en niet altijd kunnen doorwerken aan een taak. Het is opvallend dat veel scholen voor voortgezet onderwijs zoeken naar vormen om het klassikale onderwijs te vervangen door individueel onderwijs. Vanzelfsprekend is deze vorm bij onze leerlingen bekend! Ex-leerlingen geven aan dat de vaardigheden die zij op onze basisscholen hebben geleerd van pas kwamen bij vervolgstudies in het MBO, het HBO en/of op de universiteit waar veel zelfstandig leren wordt gevraagd.
Hoe gaat het montessorionderwijs om met normen en waarden?
We leren de kinderen waarom waarden en normen noodzakelijk zijn als je met veel mensen samenleeft. We houden klassengesprekken, de kinderen werken samen en overleggen met elkaar. Zo ervaren ze dat er verschillende meningen zijn. En ze leren hoe je problemen bespreekbaar maakt en oplost. Onze scholen hebben een belangrijke taak in het bijbrengen van respect en tolerantie. We vragen de ouders de waarden en normen van de school te ondersteunen. Aldus kunnen we er aan bijdragen om de wereld iedere dag een beetje beter te maken.
Hoe zorgen jullie dat het 'zelfstandig werken' gestructureerd verloopt?
Ieder kind wil iets leren. Het gaat er dus om dat we in het onderwijs gebruik maken van één van de voornaamste kwaliteiten van kinderen: 'motivatie'. De voornaamste taak van de leerkracht is het maken van een persoonlijk leerplan voor een kind met het voornaamste doel dat alle kennis en vaardigheden in de basisschoolperiode aan de orde komt. De manier waarop dit gebeurt is bijzonder: ieder kind leert op zijn eigen tempo en de leerkracht volgt di nauwkeurig. Je bent nooit klaar in ons onderwijs. Als het allemaal prima verloopt komt er verdiepings- of verbredingsleerstof. Gaat het even niet goed dan volgt er extra hulp. In beide gevallen is het de leerkracht die vanaf de zijkant aanspoort en zo nodig bijstuurt. Het montessorimateriaal is zo ontworpen, dat het één begrip tegelijk uitlegt. Alles heeft zijn plaats en zijn reden. De leerkracht leert de kinderen plannen. Het ene kind kan dit gemakkelijk, het andere moet dit leren. De kinderen leren hoe ze zélf kunnen leren. Zo groeien ze uiteindelijk op tot zelfstandige mensen. In het montessorionderwijs in Nederland gebeurt dat al honderd jaar.
Hoe stimuleren jullie kinderen die minder uit zichzelf aan de slag gaan?
Op de montessorischolen creëren we een stimulerende omgeving. De leerkrachten observeren het kind en bieden op het juiste ogenblik leermateriaal aan dat de nieuwsgierigheid prikkelt. Ook positieve voorbeelden van andere kinderen werken motiverend. Kinderen kijken naar andere, vaak oudere, kinderen en denken: 'dat wil ik ook leren!' Zo gaat het kind vanzelf aan de slag. Mocht dit nu even niet lukken dan wordt het kind geholpen of aangespoord door de leerkracht. Ieder kind kan op deze manier zelfstandig leren werken.
Krijgen de kinderen ook klassikaal les?
We wisselen het zelfstandig werken af met groepsmomenten. De kinderen verwerken de leerstof naderhand wél op hun eigen niveau en in hun eigen tempo. Je kunt hierbij denken aan muziek, knutselen, kosmisch onderwijs en gymnastiek. Ook zaken die in wereld gebeuren krijgen centraal aandacht. Leerkrachten geven dus ook les aan de hele groep. Soms is dit uitermate geschikt voor jongere kinderen in de groep. Door bijvoorbeeld een groepsinstructie voor rekenen te volgen kunnen zijn al hierna al meedoen op een hoger niveau als zij er aan toe zijn. Je hoeft dus in ons onderwijs niet te wachten tot dat iedereen klaar is met het werk, je mag gewoon lekker doorwerken. Groepsmomenten zijn ook heel geschikt om met elkaar serieuze zaken te bespreken of gezellige dingen te vieren.
Wat is het verschil met zelfstandig werken op klassikale scholen?
In het klassikale onderwijs heeft zelfstandig werken vooral te maken met het zelfstandig verwerken van de aangeboden leerstof. De leerkracht bepaalt de keuze. In het montessorionderwijs maakt de leerling zelfstandig keuzes binnen een eigen leerplan. Kinderen leren kiezen, beslissen, plannen. Ze vullen meestal ook een eigen agenda in. Sommige kinderen moeten dit leren, andere kunnen dit van meet af aan zelfstandig. De pedagogische principes zijn dus anders. Daarom is het niet waarschijnlijk dat de scholen naar elkaar toe groeien. Scholen voor klassikaal onderwijs hebben wel elementen overgenomen uit de Montessorimethode.
Waarom zijn er meerdere leeftijdsgroepen in 1 klas?
Kinderen leren met en van elkaar. We zien vaak dat als een ouder kind bijvoorbeeld een schrijfoefening doet een jonger kind hierdoor gemotiveerd raakt en het ook wil leren. Tijdens de schoolperiode op onze scholen is een kind een keer de jongste, de middelste en de oudste in de groep. Op deze manier is een kind dat in het gezin bijvoorbeeld de oudste is, ook een keer de jongste in een groep. Dit is een bijzondere ervaring. Zo kunnen kinderen niet alleen van elkaar leren, ze krijgen ook verantwoordelijkheidsbesef. Kinderen leren rekening te houden met elkaar. Een verticale groep vermindert overdreven competitiegedrag en bevordert juist het leren rekening houden met elkaar: een jonger kind is in veel opzichten nog immers niet zo ver.. Oudere kinderen voelen dat ze al veel kunnen en weten. Ze helpen de jongere kinderen op een vanzelfsprekende manier. Daar leren ze zelf ook van door datgene wat ze zelf hebben geleerd ook toe te kunnen passen door het aan jongere kinderen te leren. Dit noemen we in het onderwijs: metacognitieve vaardigheden toepassen.
Wat als het kind meer- of minderbegaafd is?
De leerkracht gaat steeds op zoek naar interessante, geschikte leerstof voor elk kind. Ongeacht de intelligentie. montessorionderwijs is daarom geschikt voor alle kinderen. Als het niet goed lukt dan is er extra aandacht. Voor meer-begaafde kinderen is extra verdiepingsstof ontwikkeld. Op onze scholen kunnen zij deelnemen aan de Eureka!-groep, een groep die wordt begeleid door een gespecialiseerde leerkracht. Op bepaalde tijden komt deze groep bij elkaar, er is eveneens aandacht voor het op eigen niveau kunnen werken in de eigen groep. Hiertoe houdt de gespecialiseerde leerkracht contact met de groepsleerkracht. Als een kind ondanks alle hulp en goede zorgen te weinig vooruitgang boekt, verwijzen we door naar een school voor speciaal onderwijs. Dit doen we in goed overleg met de ouders.